Augustus 1936. In Ballybeg, een dorpje in het landelijke Ierland, leven vijf zusters bij elkaar. De twee mannelijke familieleden zijn Jack, die vijfentwintig jaar missionaris was in Afrika, en de zevenjarige Michael, een buitenechtelijk kind van de jongste zus.
Ongetrouwd gebleven hunkeren de dames – zoals de drie zusters van Tsjechov – naar een beter leven en een nieuwe bestemming. Door de ogen van de inmiddels volwassen Michael zien we het innerlijke landschap van mensen, gevangen binnen de muren van hun huis en binnen een door christelijke en heidense regels en rituelen beheerste samenleving. We krijgen een meeslepende schets van een huis als oord van tragedie, moeizame communicatie en angst.
Centraal in het feest van Lughnasa, de heidense god van de oogst, staat de dans, de puurste uiting van menselijke emotie en voor de zussen de enige kans om uit het keurslijf van de familie te breken. Op Lughnasa immers kiezen de mannen uit de vrouwelijke dansers hun toekomstige bruid.
Het kind maakt de afbrokkeling van die kleine gemeenschap mee, maar in zijn herinneringen overheerst de sfeer van de muziek en de dans.
Auteur | Brian Friel |
Regisseur | Chris Blondeel |
Tekststeun | Andre Van de Voorde |
Personages
- Martine De Bruycker
- Rita De Geeter
- Natalie De Wilde
- Ann Van Kerschaver
- Tine Van Rie
- Lieven Blondeel
- Luc Eloot
- Jordy Haverbeke
Speeldata
Vrijdag en zaterdag 11-12, 18-19 en 25-26 maart 2005, telkens om 20.00 uur in Het Godshuis, Leemweg 11, 9980 Sint-Laureins
Persrecenties
Dansen op Lughnasa voorbij…
Afgelopen weekend werden in het Sentse Godshuis de laatste voorstellingen van “Dansen op Lughnasa” door TSAT gespeeld. Vrijwel voor elke voorstelling liep de zaal vol en werd naderhand nog lang nagekaart over wat op het podium was vertoond. Er zullen wellicht prijzen worden gewonnen, maar zeker is dat de mensen van TSAT zichzelf hebben overtroffen.
“Dansen op Lughnasa” is een stuk dat in vele opzichten in het collectieve TSAT-geheugen zal gegrift blijven: vooreerst sinds vele jaren weer “thuis”, in een zaal in het Godshuis. De koude repetities in de kille, donkere zaal zal wellicht niemand ooit vergeten.
Maar tegen dat het hooggeeerde publiek mocht komen kijken, was de kale zaal omgetoverd tot een pittoresk Iers dorpje waarin kon gegeten en gedronken worden aan de ene kant van het gordijn en aan de andere kant ervan was het podium dat de rest van de zaal besloeg, waarrond het publiek in tribunevorm kon plaatsnemen, wat een zeer intimistich effect sorteerde. Het was ook aangenaam warm en de technichi van licht en klank hadden wonderen verricht.
Hoewel de verhaallijn van “Dansen op Lughnasa” op zich niet veel voorstelde vielen er geen “gaten” in het stuk, dit dankzij een zeer deskundige regie van Chris Blondeel en het samenspel van de TSAT-acteurs die tekst en handelen perfect konden laten samenvloeien, zonder enige situationele houvast in het verhaal.
Monologen
Bindmiddel tussen het heden dat zich op het podium afspeelde en de toekomst van deze personages, was de volwassen geworden zoon die in lange monologen vertellend, samenvattend en interpreterend terugkeek op de welbepaalde episode uit zijn kindertijd die zich op het podium ontplooide.
Het was geen gemakkelijk stuk, noch voor de acteurs, noch voor het publiek.
Wat in de eerste plaats bleef hangen was het gevoel van verwarring en onmacht wanneer vertrouwde structuren wegvallen in de draaikolk van een exponentieel evoluerende maatschappij. Het wrange gevoel dat wien niet rap genoeg mee is, verweesd moet achterblijven. Dat wie zich aan het netwerk van “de norm” onttrekt, alléén staat zonder veel steun van de goegemeente.
“Dansen op Lughnasa” is een stuk waarin de symboliek veel sterker is dan het verhaal, waardoor het verhaal – dat op zich nochtans gedateerd is – een verhaal is van alle tijden, net zoals de wet van het recht van de sterkste, een grondwet is van alle tijden…(ND)
De Eeclonaar, 31-03-2005